“Er woont een kerel mét zo’n pijp daar aan de Leidsekade
Kijk dáar stapt hij naar buiten en hij ziet de wereld aan
Hij kijkt eens rond, een blik, een knik, hij slaat het leven gade
Mijn oordeel blijkt weer kloppend denkt van zichzelf voldaan

Hij contempleert de column die hij later zal gaan schrijven
Snuif eens hoe mooi ons landje is, geen vuiltje aan de lucht
Geen jobstijding, geen donderstorm, en zo zal het beklijven
De wervelende hedendaagse waanzin draagt geen vrucht

Hij denkt aan hoe hij vroeger voor zijn idealen vocht,
Treedt weer in ’t pand dat hij voor tachtigduizend gulden kocht
Toen de economie een tijdje hevig was ontwricht

Verdiepingen met boeken stoffig en vol met cultuur
Dit is de plek voor iemand van zijn status en postuur
Dus trekt hij welgemoed de deur weer fijn achter zich dicht” – El Roberto