tpo

Economisch chanteren van meningen is nationale ziekte aan het worden

door Syp Wynia

Welkom in de wereld van de BN’er-perikelen. Het is nagenoeg onmogelijk om als BN’er iemand te zijn zonder van tijd tot tijd ophef te veroorzaken. Maar pas wel op. Zodra de BN’er iets zegt dat met immigratie, islam of identiteitspolitiek van doen heeft kan de ophef zich zomaar tegen hem of haar keren. Niet eens omdat er iemand beledigd of gekwetst zou zijn, maar omdat andere BN’ers in het geweer komen voor kwetsbaren die beledigd zouden kúnnen zijn. Ook als de boodschap de kwetsbaren nog niet heeft bereikt wordt er al preventief ingegrepen. Want heimelijk worden de kwetsbaren ook als licht ontplofbaar gezien.

Het begon bij de plofkip
Het is niet helemaal nieuw, maar het wordt wel een patroon. Het eerste deel van het patroon bestaat uit economische chantage. Een bekend voorbeeld is de ‘plofkip’-campagne van de door de Postcodeloterij gesponsorde actiegroep Wakker Dier. Die ondermijnde jarenlang de reputatie van Nederlandse supermarkten – Albert Heijn voorop – met radio- en tv-reclames met akelige beelden van kippen.

Tot de supermarkten stuk voor stuk voor de bijl gingen en alleen nog maar van duurzame etiketten voorziene kippen verkochten. Je gaat dus met een paar mensen bij elkaar zitten, je haalt wat geld bij elkaar – loterijgeld als het even kan – en je ondermijnt met een reclamecampagne de reputatie van een bedrijf tot dat bedrijf voor de bijl gaat.

Die economische chantage wordt sinds een aantal jaren ook toegepast op media, hun uitgevers en hun adverteerders. Een bekend geval is dat van GeenStijl, dat zijn zelfgekozen slogan ‘Tendentieus, ongefundeerd & nodeloos kwetsend’ nogal eens eer aandoet. Bijna vijf jaar geleden riepen 140 vrouwelijke journalisten en tv-presentatoren de uitgever van GeenStijl op om de handen er van af te trekken. En de adverteerders werd ook opgeroepen daarmee te stoppen.

Dat alles omdat op GeenStijl seksistische taal was uitgeslagen, met name ten koste van een columniste van De Volkskrant. En inderdaad: adverteerders trokken zich – tijdelijk of niet – terug, waarmee de economische basis van de website wankel werd. De nieuwe uitgever, het Belgische Mediahuis, deed GeenStijl even later van de hand.

Vanwege ‘vrouwenvernedering’
De 140 vrouwen wilden GeenStijl een toontje lager laten zingen, omdat er naar hun idee – zo stond het in een Open Brief – systematisch aan ‘vrouwenvernedering en racisme’ werd gedaan. Ze kozen er niet voor om naar de rechter te gaan, wat in een rechtsstaat toch een voor de hand liggende route zou zijn geweest. Ze kozen er voor om zelf voor rechter te spelen. Om zelf een tribunaal op te richten, om het in actueel Nederlands te zeggen.

De hefboom van dit tribunaal was het ondermijnen van de reputatie van de uitgever en de adverteerders. En omdat reputatie alles is, betekent ondermijning van reputatie verlies van waarde, beurswaarde eventueel ook. Dat willen de meeste bedrijven ten koste van alles voorkomen, ook als er niets onwettelijks is gebeurd waar zij ook maar indirect voor verantwoordelijk gehouden kunnen worden.

En toen: Veronica Inside
Twee jaar geleden was er nog zo’n voorbeeld, dat bijna de ondergang leek te gaan worden van het tv-programma Veronica Inside, met de BN’ers Johan Derksen, Wilfred Genee en René van der Gijp. Dat praatprogramma gaat over voetbal, maar ging steeds vaker over andere zaken waar mensen zich druk over maken.

Johan Derksen maakte in dat programma een helemaal niet zo onaardige grap ten koste van de rapper Akwasi, die enkele weken eerder op een podium op de Dam in Amsterdam had gedreigd Zwarte Piet te zijner tijd in het gezicht te trappen. Het land was te klein, niet over het dreigement van Akwasi, maar over de grap van Derksen. Het Nederlands voetbalelftal ging het programma boycotten en een reeks van adverteerders van Veronica Inside werd opgeroepen het programma niet meer te sponsoren. Derksen weigerde te buigen, maar moest wel in zijn eigen programma allerlei gekleurde moralistische praat slikken. Read more

De open samenleving en haar vrouwen

‘Inclusiviteit is het (vrouwelijke) toverwoord – een gevaarlijke en infantiele fantasmagorie’

In zijn ‘De Open Samenleving en haar Vijanden’ opent de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper de aanval op Plato, Hegel en Marx, de filosofische wegbereiders van centraal geleide politieke systemen en historische wetmatigheden. Het wereldberoemde werk, dat in 1945 verscheen, is waarschijnlijk een van de meest hartstochtelijke pleidooien voor democratie en individuele vrijheid en tegen totalitarisme die ooit zijn gehouden.

‘Het streven naar vrouwenbevrijding is in de afgelopen decennia gemuteerd tot een ideologie met sterke totalitaire trekken’
Aan actualiteit hebben Poppers gedachten niet ingeboet. De totalitaire bedreigingen van de vrijheid openbaren zich graag onder de vlag van de een of andere vrijheidsstrijd. Dit geldt niet alleen voor (neo)marxisten, (neo)nazi’s of radicale islamieten. Men neme een willekeurig, begin jaren tachtig verschenen exemplaar van het feministische damesblad Opzij. Vervolgens vervangt men uit het een of andere artikel het woord ‘man’ door ‘slaaf’, ‘zigeuner’ of ‘jood’. Het resultaat is verrassend: met een beetje geluk (of pech) worden we geconfronteerd met een epistel dat niet zou misstaan in de boekenkast van welke racistische scherpslijper dan ook.

Nu zou men natuurlijk kunnen tegenwerpen dat iedere revolutie haar radicale, Jakobijnse fase kent die vanzelf wel weer overgaat. Men zou ook zijn schouders kunnen ophalen over zoveel onzin, ware het niet dat deze dames en hun (geestelijke) nazaten het politieke discours al sinds decennia in hoge mate bepalen.

Deze (vrouwelijke) achtenzestigers en hun dochters hebben niet alleen de emancipatie doorgezet, een vrijheidsstrijd die het inderdaad verdiende ondersteund te worden. (Pas in 1957 werden getrouwde vrouwen in Nederland juridisch handelingsbekwaam. Voor die tijd dienden zij zich te vervoegen bij de man van dienst). Het streven naar vrouwenbevrijding is in de afgelopen vier, vijf decennia gemuteerd tot een ideologie met sterke totalitaire trekken. In zekere zin is zij in haar Jakobijnse fase blijven steken.

‘De overweldigende meerderheid van degenen die in 2015 de binnenstromende illegalen bejubelden waren vrouwen’
Binnen de Atlantische cultuur heeft het feminisme belangrijke thema’s bezet zoals ‘de natuur’, ‘vrede’, ‘bewapening’, ‘mannen’, ‘mensenrechten’. Met een mengeling van diepe verontwaardiging en geraffineerde berekening wordt de wereld, dan wel het blanke mannelijke deel daarvan, op agressieve wijze met verwijten en directieven bestookt. Die ‘politiek correcte’ verontwaardiging is niet alleen uiterst selectief, zij bedreigt ook de cultuur van waaruit zij ageert.

Een voorbeeld. De overweldigende meerderheid van degenen die in 2015 de binnenstromende illegalen bejubelden waren vrouwen. Een ongeveer even overweldigende meerderheid van die migranten waren mannen en jongens in de zeer vruchtbare leeftijd tussen 15 en 35 jaar. Hier is niet de vraag relevant hoe groot de vrouwelijke animo geweest zou zijn wanneer het omgekeerde het geval was geweest, dus wanneer een vloedgolf van mooie, jonge Sheherazades het continent had overspoeld. (De vraag stellen is hem beantwoorden, lijkt mij). Relevant is dat agressie van de eigen mannen en jongens nadrukkelijk werd en wordt getaboeïseerd, terwijl die van archaïsche culturen op de koop wordt toegenomen, of erger. Het is, al dan niet bewust, een frontale aanval op zowel de culturele en nationale identiteit als op de open samenleving, begrippen die nauw met elkaar verbonden zijn, of dat in ieder geval waren.

Wat de nationale identiteit betreft is het misschien nuttig om op deze plek nogmaals de woorden van de grote Nederlandse cultuurhistoricus Johan Huizinga te memoreren. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog maakte hij een onderscheid tussen ‘patriottisme’ en ‘nationalisme’. Patriottisme, aldus Huizinga, is ‘de wil tot handhaving en verweer van wat eigen en dierbaar is…’ Nationalisme daarentegen omschrijft hij als ‘de machtige drift tot heerschappij, de zucht om het eigen volk of den eigen staat te laten gelden voor, boven en ten koste van andere.’

Weerbaarheid en verdediging van de eigen cultuur, van de eigen grenzen, zijn intussen belaste (mannelijke) begrippen. Inclusiviteit is het (vrouwelijke) toverwoord – een gevaarlijke en infantiele fantasmagorie.

Zowel het marxisme-leninisme als het nationaalsocialisme ontwierpen synthetische mensbeelden die ver van de werkelijkheid, in ideologische petrischaaltjes, werden ontwikkeld. In de alledaagse praktijk waren zij niet levensvatbaar. Er bestond geen ‘socialistische persoonlijkheid’, geen ‘Übermensch.’ Alle pogingen om deze Frankenstein-constructies tot leven te wekken zijn jammerlijk mislukt en voorgoed gediscrediteerd.

Ook de (‘vrouwelijke’) poging een ‘witte hermafrodiet’ te ontwerpen die zijn archaïsche antithese zal omarmen is een perversie die tot mislukken is gedoemd. Al doet een blik op het culturele, politieke en academische establishment anders vermoeden: vrijheid in een open samenleving bestaat uitsluitend bij de gratie van begrenzing en de wil deze grenzen te verdedigen, zowel territoriaal als individueel. Wie meent dat, als je het maar hard genoeg hoopt en roept, alle mensen broeders en zusters zullen worden zal zijn of haar luchtrijk van de dromen waarschijnlijk niet op eigen kracht kunnen verlaten.”Door: Jan Herman Brinks , 15:26, 23 september 2019

Morele blunder

“Niet degenen die het het meest verdienden werd asielstatus verleend, dat wil zeggen; straatarme vluchtelingen in kampen in de Congo, maar degenen die smokkelaars duizenden euro’s konden betalen voor een boottocht richting Griekenland. Waarna de reizigers, vooral mannen dus, door Nederlandse acteurs en andere idioten op Lesbos werden overladen met gratis bananen en tampons, en tranen met tuiten. En die tranen vloeiden niet omdat de hulpverleners de mensensmokkel stimuleerden en met de dag meer verdrinkingsdoden op hun geweten kregen, en zichzelf uit schuldgevoel de tranen in het gezicht sloegen, maar omdat ze dachten barmhartig te zijn, en hun menslievendheid zo’n overweldigende indruk maakte, op henzelf wel te verstaan.” – Jaap Plaisier

Source: http://politiek.tpo.nl/2017/02/15/toelaten-bootvluchtelingen-was-morele-en-politieke-blunder/

There are no shortcuts.

“Hoe jezelf immuun te maken voor een totalitaire mindset

Er zijn wereldwijd niet veel mensen, misschien een paar historici, psychologen en andere wetenschappers, die begrijpen en willen toegeven dat elk mens, waaronder zijzelf, een bewaker in een vernietigingskamp kan worden. Dit is een heel ongezellig begin van een column (dat al begon met de titel), maar dan is die zin maar uit de weg, als een schelle schoolbel op de vroege morgen.

Precies tot die conclusie kwam men in de afgelopen eeuw, soms pas na vijftien jaar lang non-stop nadenken en lezen (Solzhenitsyn, Dostojewski, Arendt, Huxley, Orwell): hoe was het mogelijk dat mensen elkaar -op zulke schaal- konden uitroeien en er zelfs van konden genieten?! Want normale mensen waren het, die bijvoorbeeld gevangenen met zware zakken vol zout heen en weer over het terrein van Auschwitz lieten lopen, nadat ze al uitgedroogd, oververhit en geestelijk kapot de treinen uit waren gekomen. Die aanblik was blijkbaar nog niet genoeg voor ze, de vernedering moest er nog overheen, net zo lang tot er geen waardigheid of sprankje hoop meer over was. Resentment of being, is de benaming hiervoor.

In het gezicht stompen
Nu iedereen in Amerika 1984 van George Orwell aan het herlezen is, is de totalitaire mindset (zoals die tot wasdom kwam onder Stalin, Hitler, Mao) weer terug van weggeweest, als ‘optie’. Veel mensen vragen zich af waar we op afkoersen, misschien wel dáárop, en dat is begrijpelijk. Anderen verdiepen zich minder en weten het zeker: Trump en de nazi’s die hem steunen verdienen het ‘in hun gezicht gestompt te worden’, zoals David Harbour, een Hollywoodacteur, onder luid applaus – in het bijzijn van kinderen- vanaf een podium scandeerde. “Yeeeeah!”, riep de zaal. Paul Verhoeven zei het ook bij DWDD: ‘Trump is Hitler’.

In de twee weken vanaf de inauguratie van de Amerikaanse president werden er op twitter 12.000 oproepen gedaan om hem te vermoorden. Een Iers tijdschrift, Village, had op de voorpagina het beeld van een schietschijf op het hoofd van Trump, met daaronder ‘Why Not’. Ook Duitse krant Die Zeit stelde een moord in het Witte Huis voor. Er worden inmiddels willekeurig mensen in elkaar geslagen, rechts-conservatieve denkers en artiesten worden geweerd uit universiteiten en andere publieke ruimtes, en op internet is met veel mankracht een hetze gaande tegen hate speech, rechtse hate speech wel te verstaan.

Read more

Wake up!

“Het is een epidemie in Nederland aan het worden, het publieke debat is er compleet door verziekt, als het überhaupt nog bestaat, en het eist steeds meer slachtoffers. Bijvoorbeeld onder millennials, die ‘de maakbare werkelijkheid’ en kreten als ‘biologie is een sociaal construct’ (allebei gaslights overigens) slikken voor zoete koek. Niet snappende dat zij het in ieder geval niet zullen zijn die hier de werkelijkheid gaan ‘maken’. Of zoals professor en strijder van het vrije woord Jordan Peterson tegen een zaal vol Social Justice Warriors (SJW’ers) in Toronto zei – terwijl ze hem monddood wilden maken: “You will be next. Just saying.” Ik denk dan aan de Twinkels van deze wereld, jonge vrouwen die zich gebrainwasht overgeven aan de buitenwereld, without a fight. Het is treurig.

Stuk rood vlees
Kun je het ze kwalijk nemen? Een fervent gaslighter, zoals Jeroen Pauw gisteravond weer bleek te zijn, presenteert zichzelf altijd als rechtschapen en fatsoenlijk (‘een beetje bad boy maar ach, vrouwen verslinden is mijn enige zonde’) en wisselt strengheid en doortastendheid af met kalmte. De vermomming is er om de gaslight te laten slagen. “We gaan beginnen”, zegt hij dan altijd. En ik denk dan, ja dat weet ik. Het is goed te zien, als je het wilt zien, hoe Pauw -altijd- bepaalde mensen stress aanwrijft door hun ervaringen te bagatelliseren, te ontkennen en in een ander daglicht te plaatsen. Het is naïef te denken dat hij daar geen speciale reden voor heeft of dat hij slechts ‘kritisch ondervraagt’. Wie bij hem niet goed op eieren kan lopen, wordt ontgoocheld en beduusd, als een stuk rood vlees gevoerd aan de andere gasten die met hem of haar mogen doen wat ze willen. En dat gaat vaak op dezelfde voet verder. In de NPO dog-eat-dog sfeer wil immers iedereen graag aan de goeie kant van de streep blijven staan.

De gaslighter heeft bijna altijd succes en houdt altijd schone handen omdat er een spanning wordt opgebouwd waar hij onmiddellijk van profiteert (op tv is ontregeling ook zo gedaan) en er tegelijkertijd niet rechtstreeks op kan worden gepakt. Het waarom is niet zo ingewikkeld. Narcisten gaslighten en mensen in narcistische systemen gaslighten, met een vanzelfsprekendheid zoals water stroomt en bomen hun bladeren laten vallen. Gewoon omdat het moet. Als ze het niet doen, dan betekent dat dat zij, of het systeem waarvan ze afhankelijk zijn, ophouden te bestaan. Zo kwetsbaar zijn ze, maar zoveel macht nemen ze, om van anderen hun goedgelovigheid en empathie te kunnen leven.” Sietske Bergsma

Lees meer: gaslighting en secondary gaslighting is dagelijkse kost als je het eenmaal ziet
en in onze door gaslighting verlichte maatschappij wordt iedereen langzaam gek

Boekpromotor Büch verbond op bevlogen wijze hoge en lage cultuur

buchs-dodo-botje1
Büchs dodo-botje

“Het zijn de buitenbeentjes, die het leven, de kunst, de journalistiek en de literatuur van kleur en  reuring voorzien. Zoals Özkan Akyol, Midas Dekkers, Arthur van Amerongen, A.H.J. Dautzenberg, wijlen Theo van Gogh en Boudewijn Büch. Die laatste – Boud voor intimi – strikte ik in de jaren tachtig als medewerker voor het boekenprogramma van de VPRO-radio, wat tot afkeuring leidde bij de culturele elite en veel zich achter een superioriteitscomplex verschuilende collega’s. Want dat geldt voor vrijwel alle dwarsliggers met excentrieke kantjes, ze trekken in het land waar egalitarisme en platvloersheid de volksaard kenmerken (wie verbeeld  je je wel dat je bent ?), al snel controverse en afgunst aan.

De vraag ‘wie verbeeld je je wel dat je bent ?’ is in het bijzonder van toepassing op schrijver, TV-presentator, poëet en fenomeen Boudewijn Büch omdat hij als geen ander van zijn leven fictie maakte. De verbeelding won het in zijn geval ruimschoots van de feiten, want die waren te banaal om als bouwstenen te dienen voor de kathedraal opgebouwd uit verzinsels, uitvergrote ervaringen, leugens en bedrog waarmee hij iedereen – geliefden, vrienden, collega’s en het grote publiek – grandioos in de maling nam.” – Paul Aalbers

Lees meer: http://cult.tpo.nl/

Het vijfpunten plan

Nationale Volksraad. De Tweede Kamer wordt vervangen door een rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging. Per provincie worden tien afgevaardigden gekozen in de Nationale Volksraad, die 120 leden telt. Om disbalans te voorkomen wordt gekozen voor een gelijk aantal afgevaardigden per provincie.

Provinciale Kieslijst. De tien afgevaardigden per provincie worden gekozen via provinciale verkiezingen. Iedereen kan zich aanmelden voor de kieslijst die, laten we zeggen, uit 100 kandidaten bestaat. Deze kandidaten mogen geen strafblad hebben en moeten een toelatingsexamen afleggen. Dat kan makkelijk en objectief via een geavanceerd computerprogramma. Het toelatingsexamen dient als toetsing of kandidaten voldoende maatschappijkennis hebben. Wie slaagt komt op de kieslijst. Aanmelding voor de kieslijst gaat op volgorde van binnenkomst binnen een gestelde termijn. Medebepalend voor de diversiteit van de kieslijst is ook de maatschappelijke achtergrond. Vervolgens mogen de kandidaten hun eigen verkiezingscampagne voeren binnen gestelde financiële grenzen. De verkiezingen worden gedurende een aantal dagen via internet gehouden.

Regering. De gekozen Nationale Volksraad stelt de regering samen die bestaat uit gekwalificeerde professionals van buitenaf, zonder een partijverleden. Dus geen loyale partijtijgers meer die voor bewezen diensten minister of staatssecretaris mogen spelen. Tussentijds kunnen ministers en staatssecretarissen bij disfunctioneren ontslagen worden. Op gemeentelijk niveau zien we trouwens al dat wethouders van buitenaf als professionals worden ingehuurd. Zo nieuw is die gedachte dus niet.

Regeringsplan. Vervolgens gaat de aangestelde regering een regeringsplan schrijven waarbinnen objectief en proportioneel rekening gehouden wordt met de belangen van de samenleving. De Nationale Volksraad keurt het regeringsplan bij meerderheid goed, wijst het af of brengt veranderingen aan. Criteria zijn dus niet meer de vroegere partijpolitieke stokpaardjes, maar evenwichtige sociaal-economische wensen en noodzakelijkheden gevoed vanuit de samenleving. De regering legt verantwoording af aan de Volksraad.

Referendum. De neerbuigendheid waarmee de gevestigde politiek het volksreferendum benadert is ronduit stuitend. Het kenmerkt de belangen van de partijpolitiek die de burger als stoorzender ziet. In het nieuwe politieke stelsel zal voor fundamentele beslissingen het bindend volksreferendum bepalend zijn.

Bron: http://politiek.tpo.nl/column/tijd-nieuw-politiek-stelsel-vijf-punten/

Algemene, simplistische leugens, een vorm van racisme

“Utopieën zijn meestal totalitair van karakter en door de geschiedenis heen werden heel wat intellectuelen er door aangetrokken, zeker in de arcana van de EU en in het progressieve denken, waar men allerlei wetgeving uitdoktert om de tekentafelideeën te kunnen handhaven. Daardoor moet de freedom of speech zo nodig sneuvelen. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR, nu Unia) is zo’n inquisitoriaal en akelig orwelliaans gremium waarin allerlei do-gooders eigenlijk sovjetpraktijken hanteren. Islamcritici probeert men de mond te snoeren.

Nogmaals: de islam is blijkbaar aantrekkelijk genoeg om heftig verdedigd te worden door de westerse intellectueel: én wegens zijn totalitair karakter maar vaak ook omdat men volslagen onwetend is over de oorsprongsbronnen en men graag de sprookjes gelooft die men hem voorhoudt. Het debat erover wordt ook zelden met argumenten gevoerd, precies omdat men blijft uitgaan van algemene simplistische leugens (“De islam is een monotheïsme zoals jodendom en christendom bijvoorbeeld” en: “Elke religie heeft zijn perverteringen”), die zelfs bij oppervlakkige studie niet overeind blijven. De cognitieve dissonantie is dan ook megagroot.

Zelfs wanneer Arabische intellectuelen als Houria Abdelhouahed, Wafa Sultan, Fethi Benslama, Malika Sorel, Zohra Bitan, Lydia Guirous, Boualem Sansal, Moustapha Safouan, Hamid Zanaz, Sihem Habchi, Fadela Amara of Necla Kelec (et j’en passe beaucoup), of bedachtzame auteurs als Czeslav Milosz, György Konrad of Imre Kertesz uitdrukkelijk stellen dat de islam een agressieve ideologie is die op zijn minst heftig in vraag moet worden gesteld omdat deze veroveringsleer het Westen op allerlei manieren uitput en codes bevat die haaks staan op de liberale rechtsorde, dan nog zal de narcistische betweterige westerse intellectueel nuffig de tribale islam blijven verdedigen.

Is dat misschien geen vorm van racisme: het beter weten dan die arme ervaringsexpert uit een andere cultuurkreis? En is het niet bijzonder vreemd dat iemand die zich verzet tegen een retrograde islam door de politiek correcte neostalinisten ‘extreemrechts’ wordt genoemd? In de negentiende eeuw was het verzet tegen de katholieke kerk, en tegen religie in het algemeen, links-liberaal, socialistisch of anarchistisch. Vandaag zou het verzet tegen de islam dan plots rechts zijn geworden?”

Lees meer

Komt een vrouw bij de dokter

“Ze blijkt borstkanker te hebben en daar schaamt ze zich vreselijk voor. Verjaardagen vermijdt ze omdat ze de goedbedoelde maar zinloze adviezen niet meer verdraagt als mensen eenmaal weten dat ze ziek is. “Als je positief denkt, dan wordt die tumor vast kleiner”, “Zou je niet wat meer gaan bewegen” “Misschien moet je gewoon op vakantie. Wist je trouwens dat quinoa en avocado’s ook helpen tegen kanker?” enzovoort. Ze geeft aan dat ze er eigenlijk met niemand meer over durft te praten. Ook vraagt ze zich wanhopig af of het geen karakterzwakte is dat ze nu kanker heeft en of ze het niet aan zichzelf te danken heeft ‘omdat ze gewoon een moeilijk mens is’. Patiënten met kanker hoeven tegenwoordig gelukkig niet meer zo bang te zijn dat ze op deze manier worden behandeld door hun omgeving, tenzij je in een hele primitieve of spirituele community bent beland.” – Esther van Fenema
Lees verder: ThePostOnline